Site Overlay

Omstreeks 1200

Laatste update: 2 september 2023

Willem II, Rooms Koning

De Dircen redden het net niet

De Hollandse Dircen zitten niet vast genoeg in het zadel om hun zwaardmachtmonopolie echt te vestigen buiten de Kennemerduinen. Dat gebied kan gelden als de bakermat van het huidige Nederland. Wel helpt het enorm dat de Egmonder Abt hen ziet zitten. En ook dat de bisschop van Utrecht met hen zaken wil doen omtrent de dijkage. Maar de Dircen zijn ongeletterde woestelingen en ruige nathalzen. Hun titel van graaf is nooit echt volledig erkend binnen het Roomse Keizerrijk. Dat verandert met Floris IV. Maar dan schrijven we al 1222. Die Floris weet te trouwen met Machteld van Brabant. Brabant is dan onmiskenbaar een welvarende streek met veel nijverheid en handel. Holland is er maar een zompig en ongecultiveerd moeras bij. De Brabo’s kunnen Floris goed gebruiken als brigadegeneraal van politionele verkenningstroepen boven de Grote Rivieren. Ze doen net of ze hem zien zitten als gecultiveerd mens die tot de elite kan behoren. Floris bouwt daarom de fortificaties buitendijks om tot geacheveerde steunpunten voor zijn militaire acties en zijn polderwerkzaamheden. Hij bouwt in dat kader aan het Abdijcomplex bij Loosduinen, vestigt er een voorraadschurencomplex en laat de fundamenten stellen voor een Grafelijk Hof dat we nu kennen als “Het Binnenhof”.

Het binnenhof afgeleide van het Loosduinse complex

Hij volgt daarbij de stijl van het Loosduinse complex. Dat levert een merkwaardige samensmelting tussen Scheldegothiek en Rijnlandse gothiek op, ook met slanke hoektorens en veel octogonaliteiten. De Loosduinse kloosterkerk kreeg haar vorm tussen 1230-1234. De overeenkomsten in bouwwijze zie je goed in de kelderruimten van de Haagse Ridderzaal. Maar zijn zoon, Willem, maakt het helemaal. Hij vestigt een kapel bij Eikenduinen, een dorpje westelijk onder Den Haag. Waar nu het kerkhof is. Je ziet daar nog ruïnes van de kapel. Hij heeft de beschikkingsbevoegdheid over de Brabantse soevereiniteitsrechten van zijn vrouw Machteld. Want die geldt naar het Salische recht als handelingsonbekwaam. Maar ze mag van haar man een vrouwenklooster stichten bij de Abdijkerk. Een soort hobby. Dan heeft Willem de handen vrij. Want hij sluit nu een militaire defensie-alliantie met de Hertog van Brabant. Daardoor is hij volledig erkend, want die hertog doet alleen maar zaken met echte edellieden, toch? Willem belooft dat hij de dijkage van Egmond grotelijks zal begunstigen als de dam over De Rotte klaar is. Dan zal met spoed de Schielandsche Hooge Zeedijk worden doorgetrokken naar Kralingen en dan uiteindelijk naar Hilligersbergh.

Nieuwe, zwaardere belastingen

Hij stelt daartoe nieuwe tiendheffingen in op gewonnen kwelders de bedijkt zijn tussen Schiedam en de Rotte-dam. De boeren willen dat bij voorrang. Want hun weilanden, akkers en houtopstanden lopen bij springvloeden toch nog steeds onder water. Het opstuwende zeewater landinwaarts dringt via de weteringen op tot aan de Amstel en de wel van De Gouwe. Daar gáát je veldoogst, dáár gaan je geiten, runderen en varkentjes, kippen en ganzen. Willem belooft het: binnen zijn regering zullen die boeren droge voeten krijgen en houden. Maar Willem heeft ambities; nu hij graaf is, mikt hij hoger. Hij wil rooms koning worden binnen het Rijk der Teutoonse Natie. Dat vertelt hij alleen zijn hovelingen. Maar het dringt toch door tot de boeren en stedelingen. Die willen die dijkage. Die kopen voor dat koningschap niets. Want om koning te worden moet Willem de paus diensten bewijzen. Die moet hem immers doen zalven. Die paus voert in Noord-Italië steeds maar oorlog. Om zijn wereldlijke jurisdictie te hervestigen. Als Willem koning wil worden moet hij de paus helpen. Dat doet hij. Dat kost geld. Dat onttrekt hij aan het dijkage-project. Em hij zet west-Friezen in bij zijn onzalige expedities. Willem krijgt nu de kroon in 1248.

Een guerrilla in Holland

En de wangunst van de Friezen. Die voelen zich belazerd. Wat hebben zij eraan dat ze deel uitmaken van het Heilige Roomse Rijk? Een soort Europese Unie? Wáár blijven de polderingen, de droogmakingen en besluizingen met bedammingen van het groene hart van Holland? Ze komen in opstand. Dat betekent een guerrilla in dat drassige land met waterlopen, dijken, moerassen en zompen met wielen. Willem kan daarin zijn gepantserde ruiterbenden niet inzetten. Maar de boeren kunnen wel met polsstokken rappe overvallen uitvoeren, zwierig wegpolsend over de scheisloten, broeken, vennen en venen. Een heilloze burgeroorlog, die de waterstaat ondermijnt. Ze vermoorden Willem in 1256 bij Hoogwoud, als hij door het ijs zakt van het Berkmeer op een van zijn zinloze politionele tochten. Het stokt de waterstaatkunde buitendijks. Want zijn zuster Aleidis gaat zich nu, om erger te voorkomen, weer toeleggen op de versteviging van de Hooge Schielandsche Zeedijk die vanaf Schiedam moet voeren over de Rotte-dam naar Gouda. Dat komt die steden ten goede. Maar niet de buitendijkse gehuchten. Zoals die te Madestein. Die verstarren in de staat waarin Willem ze desolaat aan hun lot over liet.